Afbeelding

Slim kiezen voor een betere startpositie

Algemeen 207 keer gelezen

In Rijnmond stegen de WW-uitkeringen in januari 2021 met 1,2%. UWV verstrekt in de regio 25.570 WW-uitkeringen, waarvan 7.652 aan werkzoekenden met een mbo-opleiding vanaf niveau 2. Als gevolg van de coronacrisis was in een aantal sectoren veel minder werk beschikbaar. De WW-uitkeringen aan mbo’ers met een dienstverlenend beroep (waaronder horecaberoepen) namen daardoor het meest toe. Ondanks dat meer mensen beschikbaar kwamen voor werk, bleef er een mismatch op de arbeidsmarkt. UWV en SEO brachten dat in beeld met recente rapporten over de arbeidsmarktpositie van mbo’ers.


WW-uitkeringen voor werkzoekenden met een mbo-opleiding

Bijna een derde van de WW-uitkeringen aan werkzoekenden gaat in Rijnmond naar mensen met een mbo 2 t/m 4 opleiding. Ten opzichte van 2020 is dit een toename van het aantal WW-uitkeringen voor werkzoekenden met een mbo-opleiding van 21,3%. De toename was relatief het laagst voor werkzoekenden met een mbo-4 opleiding, waarbij de grootste stijging de dienstverlenende richting betreft zoals de horeca- en koksopleiding. Veel minder sterk dan bij de horeca zijn de gevolgen van de coronacrisis voor groothandel en metaal- & technologische industrie (gemiddelde krimp) en voor sectoren als zorg & welzijn, bouw en goederenvervoer (geen of kleine krimp).

UWV, MBO Raad, NRTO en SBB hebben een inspiratiekaart ontwikkeld met voorbeeldtrajecten voor mensen die overwegen over te stappen naar een ander beroep met meer kansen op de huidige arbeidsmarkt. Deze trajecten zijn gericht op het behalen van een MBO-diploma, MBO-certficaat of het behalen van een praktijkverklaring. De inspiratiekaart geeft tal van mogelijke (omschool)routes.

Meeste mbo-gediplomeerden in economische richtingen
In Rijnmond scoren de techische opleidingen aanmerkelijk hoger in vergelijking met Nederland. Ook de opleidingen op het gebied van economie en zorg & welzijn zijn n Rijnmond populair. Deze situatie hangt deels samen met de structuur van de regionale werkgelegenheid, waarin industrie en bouw een groter aandeel hebben dan landelijk. Bouw en technische sectoren kampen nog steeds met tekorten op de arbeidsmarkt.

Beste startpositie vooral met opleidingen techniek en zorg
Een mismatch tussen aangeboden en gevraagde kwaliteiten zorgt er niet alleen voor dat toetreders tot de arbeidsmarkt nadelen van hun studiekeuze ervaren. Ook de Nederlandse samenleving als geheel doet dat. Als zich tekorten op de arbeidsmarkt voordoen aan praktisch en specialistisch geschoolde vaklieden, dan kan dat gevolgen hebben voor productie en dienstverlening. UWV en SEO hebben daarom onder meer de startpositie op de arbeidsmarkt voor mbo-opleidingen vanaf niveau 2 in beeld gebracht. Het onderzoek heeft betrekking op de periode voor de coronacrisis om vertekening te voorkomen. Tussen opleidingstype, niveau en leerweg blijken grote verschillen te bestaan. De figuren hierna laten één van de indicatoren voor arbeidsmarktsucces van starters zien. Gemiddeld had 13% van de studenten die na de beroepsopleidende leerweg mbo-2 (bol-2) afzwaaiden en niet doorstudeerden na één jaar een vaste baan. De successcore voor de beroepsopleidende leerweg op niveau bol 3/4 ligt met 27% beduidend hoger.

In de rapporten worden vier arbeidsmarkindicatoren gebruikt die samen de zogenaamde startpositie op de arbeidsmarkt vormen: hoe lang het duurt om een substantiële baan te vinden, het uurloon, het jaarinkomen en of iemand een vaste baan heeft. Zo duurt het bijvoorbeeld na bol 2 bouw & infra vijf maanden voordat gediplomeerden een duurzame baan hebben gevonden, maar na bol 2 financieel-administratieve dienstverlening duurt dit 31 maanden.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant