Afbeelding

In februari stierven 2,5 duizend mensen aan COVID-19

Algemeen 186 keer gelezen

In februari 2021 stierven 2 504 mensen aan COVID-19, de ziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus. Het totaal aantal coronadoden komt daarmee volgens de voorlopige cijfers tot en met februari op 27 056. Van hen overleden 24 242 mensen aan vastgestelde COVID-19 en 2 814 aan vermoedelijke COVID-19. Het aandeel aan corona overleden mensen dat Wlz-zorg kreeg nam in februari af tot 53 procent. Dit blijkt uit voorlopige cijfers over doodsoorzaken die het CBS vandaag publiceert. De sterfte aan COVID-19 was in februari ruim 40 procent lager dan in januari 2021, en was ook lager dan die in november en december 2020.

In februari 2021 overleden 1 333 gebruikers van langdurige zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) aan COVID-19, 1 217 minder dan in januari. Van de 27 056 mensen die sinds maart 2020 zijn gestorven aan vastgestelde of vermoedelijke COVID-19 ontving 58 procent (15 560 mensen) zorg vanuit de Wlz, zoals zorg in een verpleeghuis. In de tweede helft van februari nam dit aandeel af, in week 8 was het nog 45 procent.

Met 25 procent van de sterfgevallen was COVID-19 ook in februari nog een belangrijke doodsoorzaak van Wlz-zorggebruikers. In januari was dat nog 36 procent. Ook in de overige bevolking nam dit aandeel af, van 18 procent in januari naar 14 procent in februari.

Daling in laatste weken van januari zet door in februari
In de tweede golf van de coronapandemie steeg het aantal overledenen per week aan COVID-19 gestaag, van 139 in de week van 21 september 2020 (week 39), tot 1 178 in week 53 (28 december 2020 tot en met 3 januari 2021). In die laatste week had 29 procent van alle sterfgevallen COVID-19 als oorzaak. Hierna nam het wekelijkse aantal aan COVID-19 overledenen af, tot 479 in de laatste week van februari; 15 procent van alle sterfgevallen in die week.

Geleidelijke daling sterfte aan andere doodsoorzaken
De sterfte aan andere doodsoorzaken was van november 2020 tot en met januari 2021 stabiel, volgens de voorlopige cijfers. In februari 2021 is er wel een daling te zien, net als in voorgaande jaren. Vooral het aantal sterfgevallen aan hart- en vaatziekten is afgenomen in vergelijking met vorig jaar. De afname is niet te zien in het aantal niet-natuurlijk doden.
Deze winter was er in tegenstelling tot eerdere jaren geen hogere sterfte aan psychische stoornissen en ziekten van het zenuwstelsel.

Informatiebronnen CBS en RIVM
Op basis van GGD-meldingen rapporteerde het RIVM 9 438 mensen die overleden aan COVID-19 van 21 september 2020 tot en met 28 februari 2021. Het CBS registreerde in dezelfde periode op basis van doodsoorzaakverklaringen 16 045 mensen die overleden aan vastgestelde COVID-19. Tevens zijn er 455 overledenen met vermoedelijke COVID-19 als de onderliggende doodsoorzaak. Bij elkaar zijn dat 16 500 COVID-overlijdens.

Dat de cijfers van het CBS en het RIVM verschillen heeft meerdere mogelijke oorzaken. Ten eerste kunnen er overledenen zijn bij wie de arts op basis van het klinisch beeld COVID-19 aangaf als doodsoorzaak, zonder dat dit door een laboratoriumtest is bevestigd. Die overledenen ontbreken dan in de RIVM-cijfers. Ten tweede zijn overledenen bij wie COVID-19 was vastgesteld (ook met een positieve laboratoriumtest) mogelijk niet (direct) gemeld bij de GGD (ook omdat er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19). Daardoor ontbreken deze in de cijfers van het RIVM. De gemelde COVID-19-sterfte in RIVM-rapportages over eerdere perioden kan nog regelmatig veranderen door nagekomen meldingen. Het CBS actualiseert de cijfers over doodsoorzaken als de nog ontbrekende verklaringen ook verwerkt zijn.

Bronnen

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant