De schrijver van dit verhaaltje is de figuur in het midden.
De schrijver van dit verhaaltje is de figuur in het midden.

Column Frank/Janine: Vakantie in je hoofd

Algemeen 310 keer gelezen

Dit jaar het dorp nog niet uit geweest. Ik neem de lockdown serieus en heb geen excuus waarom ik me onder anderen zou begeven. Voor een buitenmens is één stap over de drempel genoeg en ik kan me daar, in allenigheid, prima amuseren. Op elk weertype kun je kleden maar vanaf de lente is het buitenleven aangenamer dan tijdens een druilerige kwakkelwinter. Een flink pak sneeuw en daarna een stevige vorstperiode maakt de wisseling van seizoenen compleet, zo zie ik dat tenminste. Helaas word ik daar niet alle jaren mee verwend.

Ik beschouw mezelf allerminst als een evenwichtig type en lijk dat gecompenseerd te hebben met zelfgekozen uitdagingen overeind te blijven. Sneeuw en ijs bieden daarvoor alle kansen. Voor mij gaat er weinig boven een schaatstocht door een oer-hollands landschap. Of toch… een vers spoor trekken in de ongerepte sneeuw. Ik snap anderen die zich ooit op glijplanken waagden en het als pover vermaak afdoen. Maar als je er vroeg mee begint... Mijn pa & ma deden hun huwelijksreis in de sneeuw en op den duur gleden er vier kuikens achteraan. Destijds was wintersport een welkome bijverdienste voor armetierige bergdorpen. Boerenzonen leerden mondaine toeristen graag de fijne kneepje van de skisport (om na afloop de bink uit te hangen in het hotel). Wij zaten in het ski-klasje van opa Andermatten. Hij had wel plezier in het kleine grut en op mijn beurt was ik geobsedeerd door zijn gegroefde kop. Daarin dacht ik de complete kaart van de Alpen te kunnen lezen. We verstonden er niks van en deden hem maar na. Zo buitelden we, kraaiend van plezier, de berg af. En ’s avonds in de schoolboeken, papa en mama bekostigden hun dure hobby door in het laagseizoen te gaan. De school ontving een doktersverklaring dat wij, bleekneusjes, zon nodig hadden en gaf in ruil stapels huiswerk mee. Elke reis werd afgesloten met de vermaning vooral goed mijn best te doen op school zodat ik later ook op wintersport zou kunnen.

Het ging allemaal anders maar het lukte toch elke winter geld opzij te leggen. Massatoerisme hielp daarbij. In Frankrijk werden 50 jaar geleden flatwijken uit de grond gestampt en complete bergdalen ontgonnen. Zo werd alles prima geregeld én betaalbaar. Inmiddels raken die appartementsgebouwen sleets en zijn dure restaurants vervangen door take-away pizzeria’s. Het voelt vertrouwd als achterbuurt-skiën.

Schaatsen doe ik nog wel eens op kunstijs. Maar op een indoorskibaan zul je mij niet zien. De Zeeuwse stromen zijn door dijken, dammen en molentjes ingeperkt en nog altijd indrukwekkend. Jezelf een weg banen vanaf een barre top is onovertroffen. Tegen elkaar hoesten in een skiliftje; nu even niet. En om tegen de berg op te lopen, daar ben ik te lui voor. Deze winter vakantie in mijn hoofd.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant