Afbeelding

David Mol

Algemeen 388 keer gelezen

Hij stond aan de wieg van Deltawind, de nu zo succesvolle coöperatie voor schone energie op Goeree-Overflakkee. Redactielid Nick Ehbel van Groot Goeree-Overflakkee had een uitgebreid gesprek met hem.

Vertel iets over jezelf.
Ik ben David Mol, geboren 8 december 1964 in Zierikzee. In Goes ging ik naar het christelijk lyceum Zeeland. Daarna deed ik de lerarenopleiding in Delft, aardrijkskunde en economie. In die periode heb ik mijn vrouw leren kennen, zij had gestudeerd voor logopedie. Zij kon een praktijk overnemen in Middelharnis. Zodoende zijn wij in 1987 op Goeree-Overflakkee terechtgekomen.

Je stond aan de wieg van Deltawind. Wat was ervoor?
Toen ik in Zeeland woonde bij mijn ouders was daar een windmolencoöperatie opgericht, Zeeuwind. Op Flakkee was er niet zoiets, want je kon alleen lid worden van Zeeuwind als je binnen de grenzen woonde van Zeeland. Ik dacht dan moeten we maar hier ook zo’n coöperatie oprichten. Bij de organisatie van duurzame energie in Utrecht heb ik een handleiding opgevraagd ‘Hoe start ik een windmolencoöperatie?’ Goed doorgelezen, stoute schoenen aangetrokken en op zoek gegaan naar medestanders. 

Hoe ging de start en wat was jouw aandeel daarin?
Ik heb ODE (Organisatie voor Duurzame Energie) in Utrecht gevraagd of ze leden op Goeree-Overflakkee hadden. Daar hadden ze er drie van. Ik mocht de adressen hebben en maakte contact met Ruud van Uijthoven uit Ouddorp, een man uit Oude-Tonge en een voormalig medewerker van de EMGO in Ooltgensplaat. Dat waren mensen van het eerste uur, mensen die handig waren en zelf een windmolen met een handleiding bij hun huis of op hun woning wisten te plaatsen.
Eerst had ik een gesprek met Ruud van Uijthoven, de andere twee hadden uiteindelijk geen zin. Ruud was enthousiast. Hij kende Adrie Grootenboer uit Sommelsdijk die wel penningmeester kon worden, ik zou secretaris worden en hij offerde zich op om voorzitter te worden. Toen hadden we een bestuur.

Vervolgens hebben we ook nog de molenaar van Dirksland erbij gehaald om de connectie te maken met windmolens. Leo  de Kooning, notaris in Goedereede, stapte er in het begin ook in. Burgemeester Sleurink van Middelharnis deed mee als gewoon bestuurslid. Verder traden Piet de Wit, akkerbouwer op Oostflakkee en Johan Dunk, natuurliefhebber uit Oude-Tonge, toe tot het eerste voorlopige bestuur van Deltawind. Korte tijd later zijn er ook mensen als Cor van Reede (techniek) en Wilma de Bruijne toegetreden tot het bestuur..

Toen hadden we een basis. We hadden de techniek, de natuur- en landschapsvereniging, de agrariërs, het openbaar bestuur en de notaris van Goedereede. Een á twee keer in de maand kwamen we bij elkaar voor een vergadering en dan werden de taken verdeeld. Ik deed toen wel heel erg veel; ik was de trekker van het gebeuren en zeer gemotiveerd. In 1990 kwamen de eerste twee windmolens, maar voor dat gerealiseerd was, moest er nog heel wat gebeuren.

Hoe ging dat in z’n werk? 
We moesten een aansluiting op het elektriciteitsnet realiseren. Ik ging praten met Adrie Lokker, voorlichter van toen de EMGO, Energie Maatschappij Goeree Overflakkee. Er moest een exploitatie gemaakt worden. Zonder een fatsoenlijk teruglevertarief ging het niet werken. Ik sprak vervolgens met directeur Daan La Fleuren Fleur en vertelde hem dat wij een teruglevertarief nodig hadden. De stroom van onze windmolens moest bij onze leden terechtkomen. We bereikten overeenstemming met de EMGO dat wij voor onze stroom dezelfde prijs zouden krijgen als de prijs die de EMGO aan haar klanten in rekening bracht. Deze afspraak was niet zonder grenzen. Het gold voor de eerste 2 molens en er was een koppeling met het stroomverbruik van de leden. We moesten voldoende leden hebben om te zorgen dat we geld kregen.

Hoe kreeg je voldoende leden?
Dat was wel een uitdaging. Bedrijven en openbare instituten zoals gemeenten en een ziekenhuis hebben vaak een grote of meerdere aansluiting. Daarnaast werden drie gemeenten lid: Oostflakkee, Dirksland en Middelharnis. Het ziekenhuis werd ook lid. Toen hadden we het voor elkaar en hebben we de molens besteld.

Hoe kom je aan zo’n molen?
De molen kochten we bij een Nederlandse fabrikant, Lagerweij, in Kootwijkerbroek. Die had een leuk molentje ontwikkeld voor bij boerenbedrijven. Die waren niet zo groot, zodat het betaalbaar was en die leverde ongeveer tot 150.000 kWh per jaar. Uitgaande van 750 kWh per lid hadden we ongeveer 200 leden nodig om één molen te kunnen plaatsen.

Waar kwamen die eerste molens?
De allereerste kwam in Ooltgensplaat bij de rioolzuiveringsinstallatie. De voordelen van die locatie zijn: het windaanbod want je zit dichtbij het open water en er is altijd een netaansluiting. Bij een rioolwaterzuivering staat namelijk altijd een transformator want er wordt veel energie gebruikt. En zo’n installatie staat altijd buiten het dorp op een geïsoleerde plek bij het water In de directe nabijheid van die installatie heb je geen omwonenden. Dus voldoe je altijd aan de geluidsnorm.

Hoe hoog waren die eerste molens?
De ashoogte toen was 30 meter. Nu is dat tussen de 80 en 100 meter. Sinds 2013 geldt er op Goeree-Overflakkee een beperking van tiphoogte tot 150 meter. Vanaf 150 m tiphoogte ben je verplicht om luchtvaartverlichting aan te brengen, en dat. wilde Goeree-Overflakkee niet. Bij Windpark Krammer, waar Deltawind mede-eigenaar is, is een proef gedaan om de luchtvaartverlichting een deel van de tijd uit te zetten. Dat is nu in 85% van de tijd gelukt.

Hoe is het resultaat nu?
De provincie had Goeree-Overflakkee aanvankelijk aangewezen voor 300 megawatt en later is dat na onderhandelingen teruggebracht naar 225 megawatt en dat is er nu gekomen. Alle parken zijn inmiddels gerealiseerd. Deltawind, en daarmee de lokale bevolking, is eigenaar van circa 25% van de molens op het eiland. Deltawind heeft een aantal molens in volledig eigendom en ze participeren voor de helft als eigenaar van een aantal parken. Ze hebben 4 molens in eigendom bij de Grevelingendam aan de kant van Nieuwe-Tonge (Windpark Battenoert). Er zijn in het kader van het windplan voor Goeree-Overflakkee, de afgelopen jaren nog 6 molens in dat gebied neergezet: 3 achter de bestaande molens, samen met Eneco, en 3 langs de Grevelingen maar dan aan de kant van Oude-Tonge, samen met een lokale agrariër. In 2019 is Windpark Krammer opgeleverd Daar zijn Deltawind en Zeeuwind samen voor 60 procent eigenaar van de 34 molens. Als laatste is Windpark De Plaet in 2022 opgeschaald wat heeft geresulteerd in 7 molens bij Ooltgensplaat,. Hier zijn Deltawind en Promill ieder voor de helft eigenaar.

Wat doe je tegenwoordig?
Bij Deltawind heb ik twee termijnen gediend als secretaris. Dat was van 1990 tot 1996. Ik ben nu alleen nog lid en niet meer betrokken bij de bedrijfsvoering. Daarna heb ik met een vriend het bedrijf Promill opgericht, op het gebied van duurzame energie en energieopslag. De relatie tussen Promill en Deltawind is er zeker nog wel, want wij zijn samen eigenaar van windpark De Plaet. Daarnaast heeft Promill ook nog een windpark bij Zierikzee.

Hoe zou je jouw geschiedenis bij Deltawind omschrijven?
De leukste periode vond ik het pionieren. Dat er niks is, no rules…het vrije veld in en proberen er wat van te maken. Ik had het gevoel dat we moesten kijken of we er wat van konden maken. Ik vind het een erg leuk proces om met mensen die dat ook zien zitten en vol enthousiasme zijn en iets te creëren wat er nog niet is.

Wat wil je tenslotte nog zeggen?
De algemene ledenvergaderingen van Deltawind worden goed bezocht. De laatste keer zag ik jonge mensen die ik nooit eerder had gezien. Vroeger was het toch wel een beetje die grijze massa. Jonge stellen die oprecht geïnteresseerd zijn. Dat vind ik hoopvol.

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Het laatste nieuws

Uit de krant