Ooit belandde ik in de ziektewet omdat ik een ambtenaar voor z'n muil wou slaan.
Ooit belandde ik in de ziektewet omdat ik een ambtenaar voor z'n muil wou slaan.

Column F/J: Kalazinikovs en handgranaten

Officieel heette mijn baantje ‘opbouwwerker’ en vormde ik schakel tussen ambtenarij en gewone mensen. Bericht van mijn wijkambtenaar; een van zijn collega’s was iets voorgevallen op zeker adres, of ik wellicht de bewoner kende? ‘Is Dirk weer bezig, ik ga wel even langs’ reageerde ik. Dirk had het niet cadeau gekregen, vanuit het oosten des lands in Rotterdam verzeild vanwege de liefde werd hij weduwnaar en daarna een beroerte met eenzijdige verlamming als resultaat. Hij kon me beeldend vertellen hoe verkeersregels onmogelijk maakten met een 45 km auto door het land te reizen, ik liet hem altijd lekker even stoom afblazen.

In de wijk waren constructieproblemen ontdekt met betonrot en roestende steunbalken aan de balkons, huis aan huis werd inspectie verricht. Daarbij was er in de communicatie iets misgegaan. Dirk was juist zo trots dat alles netjes in de verf stond. ‘Weet je wat ik doe? Ik ga naar Antwerpen en koop daar een kalaznikov en schiet het hele gemeentehuis leeg’. Dat kreeg de inspecteur van bouw en woningtoezicht naar zijn hoofd. ‘Dirk toch’ sprak ik ‘dat had anders kunnen lopen, stel je voor dat de man 112 had gebeld, een arrestatieteam had je tegen de grond gewerkt met een nekklem…….of wil je soms dood? Trouwens, heb je last dat de hond op je voeten zit?’ Kliko was mijn sociale hulphond, in teamverband klaarden we lastige klusjes. Dirk keek naar beneden en ik zag woede wegvloeien. ‘Dirk’ vroeg ik ‘is er nog iets leuks aan het leven?’. Hij vertelde over het hotel van zijn Engelse vriend; het terras buitenzetten als begin van de dag… ‘Kom dan helpen, wij zetten de hele zomer de tafels en stoelen op in het park en als de koffie klaar is gaan we klepzeiken’. Die zomer overlaadde Dirk me met geëmotioneerde dankbetuigingen en in de herfst was ik getuige bij zijn huwelijk.

De herinnering kwam boven nadat ik deze week een trosje ambtenaren aantrof voor de deur van de speeltuin. Eentje had me al vijf weken geen antwoord gegeven op een informatieve vraag naar de grondwaterstand. Hoewel ik er vriendelijk op afstapte voelde ik een kil sfeertje. De regels, die ik op internet al gevonden had, werden me voorgekauwd maar inhoudelijk geen antwoord. Later hoorde ik, via via, waar de bijeenkomst over was gegaan; men overwoog voor het aankomend windmolentransport ons speeltuinhuisje met de grond gelijk te maken. Gelukkig wordt soep zelden zo heet gegeten. Maar nadat het fietspad naar de speeltuin al een jaar afgesloten is nu het plan deze zomer het parkeren op Sluishaven fysiek onmogelijk te maken. En dat voor een paar nachtelijke transporten. Ik begon na te denken waar al die handgranaten, die aan deuren hangen, toch vandaan komen. Kliko heeft er op de oude dag nog steeds een hele kluif aan.