Vrouwtje bruine kiekendief op zoek (Foto: Peter Ganzeboom)
Vrouwtje bruine kiekendief op zoek (Foto: Peter Ganzeboom)

Tino van Kampen: Mijn neus achterna

Er was regen en wind voorspeld vandaag, maar dat weerhield mij er niet van om op de fiets een tochtje over Goeree te maken. Het plan was om via Havenhoofd naar de Kwade Hoek te rijden. Echter zoals vaker was mijn neus spelbreker, die wees een andere richting aan. De Scharrezeeweg leek hem een beter alternatief, dan kon ik verderop over de Plaat van Scheelhoek kijken.

Langzaamaan komt er weer wat meer activiteit in vogelland. De rui is bij sommige soorten in zijn eindstadium en trekvogels verzamelen zich op akkers en velden. Boven de oever van een kreek zweeft een vrouwtje bruine kiekendief. Zij is onder andere te herkennen aan de roomkleurige kop en lichte schouders. Zij is wellicht op zoek naar een jonge meerkoet die evenals zijn broertjes en zusjes nog deze week uit het ei gekropen is. Een meerkoet heeft in goede tijden wel vier legsels, van gemiddeld acht eieren, in een seizoen. De natuur heeft het zo geregeld dat enkele uitgekomen jongen daarvan dienen als snack voor de kiekendief.

Via het Sas van Dirksland rijd ik naar vogelkijkhut De Slechtvalk. De hut doet zijn naam eer aan, want op een van de basaltblokken langs de oevers van het Haringvliet zit een slechtvalk zijn verenkleed te schikken. Wat opvalt zijn ook een zevental grote zilverreigers die gezamenlijk op ´jacht´ zijn. Een zilverreiger loopt langzaam door het water en jaagt een mogelijke prooi op. Telkens staat hij even stil om eventueel toe te slaan. Dit in tegenstelling tot een blauwe reiger die minutenlang stil kan blijven staan om een prooi te vangen.

Ineens is er verderop tumult. Kieviten en spreeuwen vliegen op. Vanaf de overkant komen twee zeearenden aangezeild. Enkele ganzen en eenden langs de oever zijn het doelwit. Deze zijn echter door het opvliegende gevederde gewaarschuwd. De arenden wagen een enkele poging, maar het verrassingseffect is weg. Zij draaien nog enkele rondjes en vliegen vervolgens richting de Korendijk in de Hoekse Waard.

Intussen is het bij vlagen licht gaan regenen. Ik schat dat ik er tien kilometer op heb zitten. Als ik zonder stoppen terugrijd naar Stellendam kom ik misschien nog droog aan. De lucht is namelijk dreigend donker langs de kust bij Ouddorp. Toch moet ik onderweg van mijn fiets af. Op een akker hoor ik een helder fluiten … de goudplevier. Nu dient de herfst zich echt aan. De vogel is vanuit het Noorden op doortrek en kan tot diep in de winter blijven pleisteren. Alleen strenge vorst dwingt hem tot verdergaan.

En nu op naar huis. Maar mijn neus zegt wat anders… De geur van gebakken vis. Ik kan het niet weerstaan.

Door Tino van Kampen

Tino van Kampen schrijft maandelijks over zijn omzwervingen in de natuur rondom het Haringvliet. (-red.)