De Reizende Dichters
gedichten uit o-o-go 51

zeevlam
het zand voelt nog warm
in dichtgeknepen handen

ze mist de verkenning van
de waterwegen van haar hartstocht
hun minnespel in zomerzand
de zon brandt op hun blote lijven

dansen in zee bij ondergaande zon
schuim en zand tussen de tenen
handen die overgaan in genot
prikkels langs haar benen

de lieve woordjes, beloftes op
de golven van het spel

haar ogen wijken
zeevlam stijgt op
het zand ontglipt
aan haar vingers
Magda Haan

iedereen in zijn eigen bubbel
zie mij daar zitten
in mijn bubbel van verdriet.

ieder stapt even uit zijn bubbel,
om te aanschouwen,
even mee te rouwen.
stappen dan weer snel,
in hun eigen veilige bubbel.
laten mij achter,
alleen,
in een te kleine bubbel.

zoveel verdriet
wat door tranen, uiteenspat.
ik kan de pijn,
zonder troost, niet dragen
om tussen deze bubbels
zo te moeten leven,
in hun lege omhulsels,
waar geen ruimte is,
de tijd ontbreekt
om zich te ontfermen,
over andermans leed.

wanneer ...
wordt er geleefd
op een planeet
die één bubbel heeft.
Marian Kortekaas

er wonen mensen
in mijn hoofd
hier in de klimmende zon
achter de autodeur
uit de wind

boven in het blauw
snaterende ganzen
had ik vleugels
sloot ik gezwind
achteraan op de vlucht

voort vliegend over
de smachtende lege handen
in de volte van de aarde
zou ik hemelstukjes plukken
uit de verwarmde lucht

tot aan de bijna landing
mijn klapwiekers openen
als troost voor ieder die
die de zegen kan vangen
op weg naar het veilig huis
tot achter de voordeur uit de wind
Frouke Bienefelt