POEH

‘Tja,’ zei Uil, ‘de gebruikelijke procedure in zulke zaken is als volgt:’
‘Wat betekent Gebruikte Proos en Duren? vroeg Poeh, ‘want ik ben maar een Beer
met Weinig Hersens en met moeilijke woorden kan ik niet uit de voeten.’
‘Het wil zeggen: wat er gedaan moet worden.’
‘O, als dat alles is, is het mij best,’ zei Poeh.

Mooi hè? Een pareltje uit ‘De wereld van Poeh’.
Wie kent hem niet, de beer met het gouden hart en altijd honinghonger.
Met zijn vrienden Knorretje, Teigetje, Iejoor, Uil en Konijn, Kanga, Roe en Christopher Robin.
Of je nou van lezen houdt of niet, dit boekje is zo schattig en troostvol en wijs dat je het gewoon lezen móet.
Hoe Poeh hier zichzelf omschrijft en daarmee gelijk Uil op zijn plaats zet, is toch kostelijk?

Iejoor, de oude grijze ezel, stond aan de oever van de beek en bekeek zichzelf in het water.
‘Aandoenlijk,’ zei hij, ‘een ander woord weet ik er niet voor. Aandoenlijk.’
Hij keerde zich om, liep een eindje langs het water, sjokte er plas plas doorheen naar de overkant en liep langzaam het zelfde eindje terug, maar nu op de andere kant van de oever.
En toen bekeek hij zichzelf opnieuw in het water.
‘Dacht ik wel,’ zei hij, ‘aan deze kant zie ik er geen haar beter uit. Maar wie trekt er zich wat van aan? Niemand. Aandoenlijk. Een ander woord heb ik er niet voor.’

De altijd sombere ezel. Het dier dat zo moeilijk op te fleuren is. En toch:
In de struiken hoorde hij gekraak en kijk, daar had je Poeh.
‘Goeiemorgen, Iejoor,’ zei Poeh.
‘Goeiemorgen, Poeh-Beer,’ zei Iejoor, ‘of ie goed is, weet ik niet zo net.’
‘Waarom? Wat is er dan?’
‘Niets, Poeh-Beer. Niets. Je hebt het in je of je hebt het niet. Zo is het nou een keer.’

Wat volgt is een staaltje van levenskunst waar zelfs Iejoor blij van wordt.
Net als ik. En honderduizenden anderen.
Benieuwd geworden?
WEL GEVIZILITEERD, zoals Uil schreef.
‘Veel letters, hè,’ zei Poeh met steeds meer bewondering.