De grasmus van dichtbij meer dan een bruin vogeltje (P. Ganzeboom)
De grasmus van dichtbij meer dan een bruin vogeltje (P. Ganzeboom) Picasa

Als vanzelf

Alissa appte mij dat zij de woordcombinatie bewegingsloze oneffenheid in mijn laatste stukje mooi vond. Ik was de woorden vergeten en zocht ze terug op mijn blog. Het bracht mij op de gedachte of ik diep over de woorden had nagedacht, of dat zij mij waren ’ingeblazen’ door mijn muze. Zij zijn immers inderdaad poëtisch. Soms lijken de woorden als vanzelf te stromen.

Rond acht uur in de morgen laat ik de stad waarin ik woon achter mij en rijd door het groen naar een eeuwenoude afgedamde rivier. Achter een overhellende tak van een wilg parkeer ik mijn fiets uit het zicht van een mogelijke onverlaat. Het vest en de trui die ik heb aangedaan, het was tenslotte maar dertien graden toen ik vertrok, prop ik in mijn rugzak. Mijn wandeltocht kan beginnen.

Bij een groepje wilgen houd ik, gadegeslagen door een blauwe reiger halt, het is de zang van een grasmus die mijn aandacht trekt. Het beestje dat zich in uiterlijk nauwelijks van een braamsluiper onderscheidt, laat zich moeilijk zien.

Terwijl ik geduldig met mijn verrekijker in de struiktoppen loer, vliegt er naast mij een koolmees naar een van de wilgen. De stam blijkt een nestholte te bevatten. Bewegingloos, maar vrolijk van dit cadeautje, volg ik het vogeltje dat tussen het riet verdwijnt en niet veel later met een bek vol insecten terugvliegt naar het nest om het kroost te voeren.

Stiekem hoop ik vandaag op de boomvalk. Zij zijn al een paar weken in het land, maar gezien heb ik ze nog niet. Om het gemis te compenseren heb ik mijzelf een stoïcijnse houding aangemeten, zo van ach wat maakt het uit. Maar mijn ware ik weet wel beter. En opeens … kruist hij als vanzelf, met het blote oog goed zichtbaar en bijna op grijpafstand, mijn pad. Heel even maar.

Een andere vogel die zich lastig laat vinden, hij speelt vaak verstoppertje, is de koekoek. De malloot. Dat ‘lullige’ koekoek, doet mij denken aan mijn vader die zich, toen ik klein was, voor mij verstopte. Ik ben toch geen klein kind meer laat je zien vogel! Ook hij komt deze morgen als vanzelf; als je maar geduld hebt en lang genoeg wacht. Van ver klinkt zijn roep en dan ineens zwelt het geluid aan. Boven het groen vliegt hij in karakteristieke vlucht in een top van een boom langs het water.

Je zou hem, zeker in vlucht, kunnen verwarren met een sperwer. Want: grijs, gestreepte borst en buik en lange staart. Goed opletten dus, zeker als je hem niet hoort roepen.

Op weg naar huis denk ik na. Komen vogels en woorden nu echt vanzelf, of …


Tino van Kampen schrijft maandelijks over zijn wandelingen in de natuur rond het Haringvliet.