Het hele concert cirkelt rondom de luisterrijke persoon van Johann Sebastian Bach, die ook zelf aan het eind vertegenwoordigd is met een Preludium en Fuga.
Het hele concert cirkelt rondom de luisterrijke persoon van Johann Sebastian Bach, die ook zelf aan het eind vertegenwoordigd is met een Preludium en Fuga.

"Sprankelende Barok" - concert rond Johann Sebastian Bach

Actueel 213 keer gelezen

Middelharnis - Op zaterdagavond 21 april aanstaande hoopt organist Paul Kieviet te concerteren in de Hervormde Kerk te Middelharnis – op koororgel en hoofdorgel - onder het thema "Sprankelende Barok". Onder dit motto is een concertprogramma samengesteld dat laat horen hoe fris en levendig orgelmuziek uit de Barok is. Het hele concert cirkelt rondom de luisterrijke persoon van Johann Sebastian Bach, die ook zelf aan het eind vertegenwoordigd is met een Preludium en Fuga.

Bach is tijdens het concert trouwens niet ver weg, want het programma bestaat verder geheel uit composities van mensen met wie hij op de één of andere manier connecties had. In die zin is dit dan ook het 68e Bachconcert.

Bach ontmoette Johann Adam Reinken (1623-1722) toen hij in Lüneburg leerling was van het gymnasium (1700-1703). Af en toe reisde hij in die tijd op en neer naar Hamburg, waar Reinken organist was van de Katharinenkirche. Het orgel in deze kerk was één van de beroemdste in Noord-Duitsland, en zal op de jonge Bach een grote aantrekkingskracht hebben uitgeoefend. Reinken – al op hoge leeftijd – stond bekend als een groot orgelvirtuoos. Dat blijkt wel uit zijn flitsende Toccata in G, een werk dat Bach kende en zeker heeft gespeeld.


Johann Pachelbel (1653-1706), organist in Neurenberg, was de leraar geweest van Sebastians broer Johann Christoph. Als jong wees had Sebastian vijf jaar bij het gezin van Christoph ingewoond (1695-1700). Frappant is dat Christoph's handschrift sterk lijkt op dat van Pachelbel. Heel zeker heeft hij de werken van Pachelbel aan z'n broertje doorgegeven. De Aria Quinta uit de in 1699 gedrukte bundel Hexachordum Apollinis is een fraai voorbeeld van diens variatiekunst.
Terug naar de jaren in Lüneburg: Preludium, Postludium en Fuga in g van Georg Böhm (1661-1733) is het werk van de organist van de Johanniskirche daar. Enkele jaren geleden is vast komen te staan dat de jonge Sebastian van hem les heeft gehad. Ook in hun latere jaren is het contact gebleven. Evenals Reinken is Böhm is een meester in de vrije stijl van de Noord-Duitse barok, de stylus phantasticus. Een wat Frans getint stuk, met veel creativiteit gemaakt.

Johann Gottfried Walther (1684-1748), Bachs achterneef, was stadorganist in Weimar, toen Bach daar werkte als hoforganist en concertmeester (1708-1717). Ze hadden een goed contact met elkaar. Walther schreef koraalvoorspelen voor de eredienst, maar bewerkte ook een heel aantal instrumentale concerten van tijdgenoten voor orgel. Zo ook het Concerto del Signor Blamont – appropriato all'Organo da J.G. Walther.


Naast Reinken en Böhm vertegenwoordigt ook Dietrich Buxtehude (1637-1707) de Noord-Duitse Barok met zijn "fantasierijke stijl". Als jong organist in Arnstadt (1703-1707) kreeg Bach vier weken verlof van zijn kerkenraad om de meester in Lübeck te bezoeken. Hij bleef vier maanden weg… Werken als Buxtehude's Preludium en Fuga in g moeten op de jonge Sebastian een overweldigende indruk hebben gemaakt. Het is niet moeilijk om de sporen van Buxtehude in Bachs composities te vinden.

Johann Ludwig Krebs (1713-1780) werd door Bach beschouwd als zijn beste leerling. Als dertienjarige komt hij op de Thomasschule in Leipzig aan, en negen jaar later krijgt hij van Bach een klinkend getuigschrift mee. Veel van zijn composities lijken als twee druppels water op die van z'n leermeester. Dat geldt niet voor de Fantasia sopra "Freu dich sehr, o meine Seele" (Psalm 42) waarin de componist gebruik maakt van de "bevallige" stijl van zijn eigen tijd.

Evenals Walther verdiepte ook Bach zich in de Italiaanse stijl: van het Concerto grosso in d (Op. 3 no. 11) van de Venetiaanse priester Antonio Vivaldi (1678-1741) maakte hij een luisterrijk arrangement voor orgel (BWV 596).

Sprankelend is zeker ook Bachs eigen Preludium en Fuga in G (BWV 541). Hier smelten Noord-Duitse en Italiaanse invloeden samen.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant