Afbeelding

Column Zilt: ONGRIJPBAAR

Algemeen 184 keer gelezen

“We snakken. Dat hoor je overal. We snakken.”
- Ja.
“Ik zal wel een beetje raar zijn, maar ik heb dat niet zo.”
- Je bent niet zo’n feestmens?
“O, jawel hoor, ik ben dol op feesten. Ik ga graag naar voetbal, af en toe een museum, maar snakken, och...”
- Enig idee hoe dat komt?
“Misschien ben ik minder verwend.”
- Nou nou nou...
“Zo bedoel ik het niet.”
Maar je zéi het wel.

“Ja, ik zei het. Maar wat ik eigenlijk bedoel, is dat ik dat woord zo raar vind. Snakken. Het klinkt alsof we gevangen zitten. Alsof uitgerekend wij het meest lijden van de hele wereld. En dat vind ik gewoon niet.”
- Ik ook niet, maar ik vind het wel moeilijk.
“Wat dan precies?”
- Weet je dat ik dat niet helemaal weet? Misschien wel dat ongrijpbare. Er zit iets in de lucht, er waart iets rond, we moeten ons aan allerlei maatregelen houden, er is angst voor iets wat we niet zien. Dat, denk ik.
“En dat is lijden? Daardoor ga je snakken?”
- Misschien is snakken inderdaad wat overdreven, maar ik merk wel dat het iets met je doet. Ik word er een beetje apathisch van. Alle dagen zijn zo hetzelfde, en toch vliegt de tijd. Het is allemaal zo raar. En laten we alle tegenstrijdigheden niet vergeten. Regering zegt dit, Gommers zegt dat, van Dissel zegt weer iets anders en zo zitten we met een land vol mensen die in de war zijn. Ja, het doet iets met me waar ik niet blij mee ben.


“Blij? Nee, dat ben ik natuurlijk ook niet. Ik merk ook dat ik behoorlijk chagrijnig word van al het gedoe met mondkapjes en vaccinaties en zo. Het is gewoon akelig. Maar nogmaals: wij kunnen elkaar nog gewoon op straat spreken. Denk eens aan al die mensen die binnen moeten zitten, in hun eentje, dagenlang zonder een mens te zien.”
- Die snakken.
“Die snakken. En de mensen in de ziekenhuizen, patiënten en personeel.” Maar die zien we niet.
“Wij niet, nee. Maar ze zijn er wel.”
- Kijk, dat bedoel ik dus.

Andrea Stribos

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant