Van Kommer Hoek heb ik een historische tabaksplant gekregen. Een nakomeling van de lichte soort. Het valt op dat deze tabaksplant niet veredeld is. (Foto: Marias Velthuizen)
Van Kommer Hoek heb ik een historische tabaksplant gekregen. Een nakomeling van de lichte soort. Het valt op dat deze tabaksplant niet veredeld is. (Foto: Marias Velthuizen) Marias Velthuizen

Marias vertelt: Een historische plant

Algemeen 506 keer gelezen

Wie iets lang genoeg koestert, kan wat bijzonders in zijn bezit hebben. Op een keer bezoek ik de heer Kommer Hoek in Ouddorp. De trotse eigenaar van de heemtuin DE MIENIGE. Bij velen bekend van de rondleidingen die de heer Hoek jarenlang in zijn heemtuin gaf.

Alvorens wij de tuin ingaan, zitten wij op het terras voor zijn huis. In een pot recht voor mij staat een plant prachtig in bloei. "Wat een mooie bijzondere plant is dit," is mijn reactie. Gelijk word ik getest. "Weet jij welke plant dit is?"

Tabaksplant
Even moet ik mijn geheugen opfrissen. Hij is mij bekend, maar waar heb ik die eerder gezien? Ineens gaat er een lichtje branden. "Ja, een tabaksplant," is mijn antwoord. Ik krijg waardering.

Tabakswinkel
Jaren geleden kampeerden wij op de camping Ile de Faigneul bij Poupehan vlak in de buurt van Bouillon in de Zuid-Belgische Ardennen. Toen rookte ik nog een sigaartje. In het dorp was een tabakswinkel. Hier verkochten zij sigaren die met plaatselijk geteelde tabak gemaakt waren. In de omgeving lagen velden met tabaksplanten. Vandaar dat ik de plant herkende.
De geschiedenis
In de Tweede Wereldoorlog teelden veel mensen hun eigen voedsel en drinken. Ieder stukje grond werd benut. Velen hadden een moestuin, mestten een varken, hielden een geit, hadden kippen enz.. Ook een genotmiddel als tabak werd niet vergeten. Rokers zorgden voor hun eigen tabak.

Zo ook de vier broertjes Hoek in Ouddorp. Zij hadden de leeftijd dat ze graag een sjekkie of pijp rookten. In hun hof werd tabak geteeld. Er waren twee verschillende planten, een lichte en een zwaardere soort. De zwaardere had wat ronder blad en was donkerder van kleur. Als het blad geel begon te verkleuren, dan werden de bladeren geplukt en aan een ijzerdraadje geregen om ze te drogen. Om een mooie bruine kleur te krijgen, moest dit langzaam gebeuren. De gedroogde tabak werd versneden voor het roken.

Eén van de broers deed het anders. In de winter, voor hij naar zijn werk ging, legde hij een paar bladeren op een oud blik van een stoffer en blik. Dit blik werd op de kachel gezet. Net zo lang tot de bladeren ‘scherp’ waren. Tussen zijn handen wreef hij de tabak fijn. Precies genoeg voor een dag roken.

Roken is voor hen al lang een taboe. Zij zagen het gevaar er van vroegtijdig in. Het gehele gezin heeft de Tweede Wereldoorlog bewust meegemaakt. Eén zuster en drie broers hebben de hoge leeftijd die ligt tussen tegen de negentig en de honderd jaar. Broer Jan is in april op 95 jarige leeftijd overleden.

De plant
Enkele weken geleden ben ik bij de heer Kommer Hoek gaan informeren of hij nog steeds nakomelingen van de tabaksplanten uit de Tweede Wereldoorlog heeft. Het antwoord was: "Ja."

Vijfenzeventig jaar lang heeft de familie Hoek zaad van nakomelingen van de tabaksplanten uit de oorlogstijd verzameld. Met het gevolg dat zij nog steeds planten die oorspronkelijk in de Tweede Wereldoorlog groeiden in hun kas of tuin hebben staan. Niet om te roken, maar als herinnering aan hoe men voor zichzelf zorgde in oorlogstijd .

Van Kommer Hoek heb ik een historische tabaksplant gekregen. Een nakomeling van de lichte soort. Het valt op dat deze tabaksplant niet veredeld is. De bladeren zijn vrij klein. Nu is het zo als je uit een heemtuin in een pot een plant krijgt dan ontvang je meestal als toegift enkele planten meer. Bij mij staan er nog een paardenbloem, robertskruid en een toorts in de bloempot.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant