De kleur is lichtpurper met paarse vlekken. De bloembladeren zijn teruggeslagen. Ze vormen een tulband. Vandaar de naam Turkse lelie.
De kleur is lichtpurper met paarse vlekken. De bloembladeren zijn teruggeslagen. Ze vormen een tulband. Vandaar de naam Turkse lelie.

Marias Velthuizen over de Turkse Lelie

Algemeen 915 keer gelezen

Jaren geleden las ik over de schoonheid van de Turkse lelie (Lilium martagon). Eén van de laatste soorten bloembollen welke je nog in het wild kunt tegenkomen. Bij een gerenommeerd bollenbedrijf een bol of knol besteld. Na het planten is mijn verwachting hoog gespannen. In het voorjaar staat er wel een plant, maar geen bloemen. Dit gaat zo enkele jaren door.

Op een gegeven moment verschijnen er bloemknoppen. De plant gaat bloeien. Met de verhuizing graaf ik de bol op en plant hem in de nieuwe tuin. De eerste jaren weer geen bloemen. Eindelijk vormen zich knoppen. Nu zullen er weer bloemen komen denk ik. Dan opeens zie ik tussen de knoppen fel rode kevertjes. Deze leggen eitjes onder de bladeren. De larven die er uitkomen beginnen de plant op te vreten. De larven vangen lukt niet. Ze scheiden met hun uitwerpselen een slijm uit wat moeilijk te verwijderen is.

Het jaar daarop gebeurt hetzelfde. Intussen heb ik me verdiept in hoe je het kevertje het best kunt bestrijden. Spuiten hoor ik nu denken. Nee dus! Het kevertje heet leliehaantje en is de grootste vijand van lelies. Zie je er één zitten dan moet je, je hand er onder houden want het laat zich bij het minste geringste vallen. Vang je de haantjes op dan is er voor de lelie geen nood meer.

Dit jaar ben ik voorbereid. Iedere dag kijk ik even of er misschien een leliehaantje verschijnt. Wel bloemknoppen maar geen rood kevertje. Het haantje vertoont zich niet. Nu staat de lelie in volle bloei.

De plant
Uit de grond komt een stengel van plus minus 1,5 m. Op een paar plaatsen aan de stengel vormen de bladeren kransen. De bloemen ontwikkelen zich in de top van de stengel aan een knikkend steeltje en staan in trossen. De kleur is lichtpurper met paarse vlekken. De bloembladeren zijn teruggeslagen. Ze vormen een tulband. Vandaar de naam Turkse lelie.

De grote rode stuifmeelhokjes evenals de stempels hangen ver buiten de bloemkroon. Zorg er voor dat het stuifmeel niet op je kleren komt. Je krijgt net als van alle lelies, de kleurstof er niet meer uitgewassen. De Turkse lelie groeit in het wild van West-Portugal via Zuid-Frankrijk tot in Siberië en Mongolië.

Een verwante soort
Een soort die dichter bij huis groeit is de Roggelelie of Oranjelelie. Deze stond in het oosten en noorden van ons land op percelen met winterrogge. De plant komt sinds de jaren negentig niet meer op de akkers voor. Nu zijn ze alleen nog te vinden in tuinen van mensen in de omgeving die de schoonheid er van zagen en ze hebben uitgegraven en in hun tuin gepoot. Ook in Botanische tuinen zijn ze nog te vinden.

De meeste groeien op het land van een boerderij dicht bij de grens tussen Oost- en West-Duitsland. De eigenaar boert nog op de traditionele manier. De bloemen van deze soort zijn knaloranje en staan rechtop. Er wordt in ons land bijna geen winterrogge meer geteeld. Het land wordt mechanisch bewerkt. Men gebruikt kunstmest en spuit tegen onkruid. Doordat de bollen vrij diep in de grond zitten, ploegde men met de paarden net over de bollen heen. Met de moderne ploegen ploegt men dieper. De bolletjes komen zo te diep te liggen en groeien niet meer boven de grond uit.

Andere planten in korenvelden
Andere bekende planten in deze gemeenschap zijn de bolderik en de blauwe korenbloem. Enkele jaren geleden groeiden tussen het graan op een groot perceel tussen Dirksland en Herkingen honderden prachtige korenbloemen. Waarschijnlijk kwam het zaaigoed uit het buitenland waar de korenbloem nog wel groeit.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant