Scherpe boterbloem (Ranúnculus ácris) is giftig voor mens en dier.
Scherpe boterbloem (Ranúnculus ácris) is giftig voor mens en dier.

Scherpe boterbloem brengt opnieuw geel in de wegberm

Algemeen 528 keer gelezen

Kleurden de bermen vorige maand wit van het fluitenkruid, nu is er ook het geel van de boterbloemen.

Door Nick Ehbel

De wetenschappelijke geslachtsnaam ranúnculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana: kikker. Veel soorten van dit geslacht hebben de voorkeur voor vochtige standplaatsen waar kikvorsen leven. De soortnaam ácris: scherp, bijtend, kreeg deze soort omdat zij een scherpe smaak heeft, zoals ook uit de Nederlandse naam blijkt. De naam boterbloem kreeg het geslacht vanwege de glanzende boterkleurige bloemblaadjes.

Zweefvliegen en kleine bijen verzamelen bij de boterbloem stuifmeel en nectar. Die vinden ze met hun korte slurven, want de lekkernij is niet moeilijk te vinden. Wegens de giftige eigenschappen wordt de plant door het vee niet gegeten. Dit kan je zien op een weiland waar de scherpe boterbloem voorkomt. Ze staan daar onaangetast. Het scherpe sap in de plant bevat de giftige stof anemonol. Bij het drogen gaat die stof over in anemonine dat dan niet giftig is.

Bij gevoelige personen zijn verse blaadjes op de huid voldoende om rode plekken te krijgen die overgaan onaangename blaren. Bij de mens zou het eten van de verse plant heftige ontstekingen in de mondholte en het maagdarmkanaal veroorzaken, gepaard met braken, krampen en bewustzijnsverlies.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant