https://www.nlgo.nl/vogelwerkgroep (foto: Maria Evers)
https://www.nlgo.nl/vogelwerkgroep (foto: Maria Evers) Foto: Maria Evers

Maatregelen voorkomen verkeersslachtoffers

Algemeen 461 keer gelezen

Middelharnis - Het was de laatste bijeenkomst in het kader van het jubileumjaar van de NLGO. De kerkuilenwerkgroep, onderdeel van de vogelwerkgroep, gaf een presentatie over haar oprichting en haar werk de afgelopen 27 jaar. Dit clubje van vijf, heeft er de afgelopen jaren ervoor gezorgd dat er momenteel zo'n 140 kasten hangen verspreid over het eiland.

Tekst en foto: Maria Evers

Voorzitter NLGO Jan Baks opent de avond. Hij stelt de kerkuilenwerkgroep voor aan het publiek. Het is een heel enthousiast groepje. Ger Maatkamp, Cor Both, Arie de Lint, Daan van der Groef en Pieter Both. Ger Maatkamp is de braakballenspecialist. Hij is ook gediplomeerd ringer. Uit zijn deel van de presentatie blijkt hij ook muizenspecialist, die aan onderkaak en schedeltjes de verschillende muizen kan onderscheiden als woelmuis, ware muis of spitsmuis. "Uilen eten alle muizen. De onverteerbare delen spuugt hij uit in een braakbal. Braakballen zijn nuttig om het menu van de kerkuilen te bestuderen en daarnaast is het uitpluizen ervan heel educatief. Kinderen vinden het prachtig."

Nieuwe soorten
In 1997/1998 begon hij met het verzamelen van gegevens afkomstig uit de braakballen. Daardoor ontdekte hij twee nieuwe soorten. "De eerste roze woelmuis werd ontdekt in Ouddorp en in twee jaar tijd in braakballen verspreid gevonden over het hele eiland. In Den Bommel werd de aardmuis gesignaleerd." Door het huidige DNA-onderzoek kan er nog meer bekend worden over de verschillende soorten. Een geïsoleerde restpopulatie van de Noordse woelmuis leeft op Goeree-Overflakkee. Deze ondersoort is het enige endemische zoogdier van Nederland. "Hij heeft zich na de IJstijd aangepast aan ons klimaat, maar momenteel staat de populatie erg onder druk."

Daan van der Graaf is het handigst. "Hij kan timmeren als een gek". Hij is de kastenman en geeft de anderen aanwijzingen. Cor Both, uilenbeschermer van het eerste uur, houdt de administratie bij. "Gewoon ouderwets met een kaartenbak. Van elke kast is een kaart." De kasten worden in schuren opgehangen of bevestigd. Jaarlijks worden ze gecontroleerd. Jongen worden geringd en aan het eind van het seizoen worden de kasten schoongemaakt.

Specialisten
Tijdens de presentatie valt diverse keren de naam Jan-Kees Goedegebuure. Hij was de eerste die reageerde op de vraag vanuit Schouwen Duiveland naar de oprichting van een uilenwerkgroep op Goeree-Overflakkee. Het leidde zelfs tot een item op radio Flakkee. De werkgroep heeft ook veel te danken aan Johan de Jong, de Nederlandse uilenspecialist, een vraagbaak voor de werkgroepen in het land. En dan Adrie van der Heide, uilenman uit Hekelingen op Voorne Putten, die snel en regelmatig naar ons eiland komt als hij een oproep krijgt. "Hij is hier vaak al binnen een half uur.""

Broedresultaten
De broedresultaten worden nauwkeurig bijgehouden. Op welke locatie, voor de hoeveelste maal, hoeveel jongen, tweede legsels, kast alleen bezocht of ook broedsel? Het geeft een totaaloverzicht vanaf 1994 tot en met 2018 van 57 locaties waar is gebroed. Er zijn 802 jongen, pulli genoemd, geringd. Elke ring heeft een uniek nummer. "Daardoor weten we dat een uil die dit jaar hier is geringd in de Achterhoek terecht is gekomen." Maar ook blijkt uit de gegevens dat er veel sterfte is onder de uilen door het verkeer. Dankzij de kerkuilenwerkgroep worden in samenspraak met Rijkswaterstaat de hectometerpaaltjes zodanig aangepast dat de uil er geen rustpunt meer op vindt, om verkeersslachtoffers te verminderen.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant