Jan de Baen, Portret van Maria van Berckel, 1670 18059 a,b, olieverf op doek. Dordrecht, Huis Van Gijn
Jan de Baen, Portret van Maria van Berckel, 1670 18059 a,b, olieverf op doek. Dordrecht, Huis Van Gijn

Maria van Berckel, Ruwaardin van Putten

Actueel 255 keer gelezen

Vorig jaar kende Dordrecht het project Zonen van Dordrecht. Er was aandacht voor vier bekende Dordtenaren die in 1918 waren geboren.

Bij Saskia Lensink kwam toen het idee naar boven om iets te doen met de Dochters van Dordrecht. 'Ik had altijd al aandacht voor de vrouwenbeweging en wilde een verhalenbundel maken over vrouwen uit de Dordtse geschiedenis. Ze hoeven niet per se hier geboren en gestorven te zijn, maar ze moeten wel een band met de stad hebben, bijvoorbeeld omdat ze er lang gewoond hebben.' Op haar zoektocht kwam ze veel vrouwen tegen die een interessant verhaal hebben en die wij heden ten dage niet meer kennen. Een van hen is Maria van Berckel.

Maria is in 1632 geboren in Rotterdam. Het gezin verhuisde in 1644 naar Den Haag, waar zij rond 1649 Cornelis de Witt ontmoette, die een paar jaar later Ruwaard van Putten werd. Het stel verloofde zich, maar het huwelijk vond pas in 1650 plaats, nadat de vader van Cornelis, Jacob de Witt, vrijgelaten was uit de gevangenis.
Cornelis' broer Johan de Witt was vanaf 1652 raadpensionaris van Holland en daarmee de machtigste politicus van zijn tijd. Hij was gehuwd met Wendela Bicker. 'Wendela hield van mooie kleding en het organiseren van etentjes, maar had weinig interesse in politiek en maatschappelijke ontwikkelingen. Maria daarentegen was heel intelligent en had over veel zaken een mening, die ze ook naar Cornelis toe uitte. Ze had ook een sterke wil, waar rekening mee gehouden werd.

Maria doorzag situaties snel en wist zaken soms bij te sturen. Als voorbeeld noemt Saskia het ondertekenen van een document waarmee Willem III stadhouder kon worden. 'De De Witten en de Oranjes waren politieke vijanden. Cornelis wist dat hij eigenlijk geen keus had en het document moest ondertekenen, maar dat wilde hij niet. Maria heeft er toen voor gezorgd dat hij toch tekende; zij dreigde bij hem weg te gaan als hij niet tekende. Die opmerking was in die tijd heel bijzonder want een vrouw zei iets dergelijks niet tegen haar man.' Maria was een krachtige persoonlijkheid. Als Cornelis niet aanwezig was, nam zij zijn taken zoveel mogelijk waar. Vandaar dat ze ook bekend staat als de Ruwaardin van Putten, hoewel niet duidelijk is of dat een officiële titel is. Cornelis adresseerde de brieven aan zijn vrouw met 'Ruwaardin van Putten'.

Tijdens haar onderzoek naar Maria, stuitte Saskia op een brief die Maria had geschreven aan de zus van Cornelis en Johan. 'Ik vroeg me af waar Maria was toen haar man vermoord werd en hoewel we het nooit echt zullen weten, is de kans groot dat ze in Rotterdam was. Op de datum van de moord, 20 augustus 1672, schreef Maria vanuit Rotterdam een brief aan haar schoonzus. Die brief kwam ik tegen in het Nationaal Archief in Den Haag.'

Hoe verder het onderzoek van Saskia kwam, hoe meer ze ontdekte dat Maria van Berckel vrijwel vergeten is in Dordrecht. 'Na de moord op Cornelis is zij enige tijd in Rotterdam gebleven, daarna is ze teruggekeerd naar Dordrecht. Zij en Cornelis kregen een aantal kinderen, waarvan er vijf volwassen werden. Slechts eentje overleefde haar moeder. Haar jongste dochter, Wilhelmina, trouwde met de zoon van Johan de Witt, die ook Johan heette. Kort na 1700 stierven Johan en Wilhelmina aan een ziekte, drie jonge kinderen achterlatend. Maria heeft een zwaar leven gehad. Ze had niet alleen op jonge leeftijd haar moeder verloren, ook haar man Cornelis en veel van haar kinderen moest ze zien sterven. Nu kreeg ze op hoge leeftijd ook nog de zorg voor haar drie kleinkinderen.

Op 22 juni vertelt Saskia het verhaal over Maria in de O.L.V. Kerk in Geervliet. De lezing begint om 14.00 uur. Na afloop van de lezing wordt in het voormalige raadhuis de tentoonstelling over Cornelis de Witt geopend.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant